4. Noordduinen

P1010936Langs de binnenduinrand ligt een uitgestrekt dennenbos met hier en daar aanplant van loofhout (eik, beuk, esdoorn). Aan de westzijde zijn de bomen laag en gedrongen onder invloed van de zeewind. Onder de dennen groeien eikvaren, stekelvaren en wespenorchis. Dit bos is broedgebied voor kuifmees, glanskop en grote bonte specht. In de duinen aan de zeezijde liggen dichte struwelen met duindoorn, meidoorn en kardinaalsmuts. Overal broeden hier nachtegaal, grasmus en fitis. In de open delen met grasvlakten en stuifkuilen broeden roodborsttapuit en boomleeuwerik. Ook de koekoek laat zich hier horen. In vochtige duinvalleien groeien bijzondere plantensoorten als rietorchis, parnassia en duizendguldenkruid. De zeereep is aan de zeezijde begroeid met helmgras en aan de landzijde met duindoorn en vlier. Vooral in de avonduren vertonen zich konijnen, vossen, reeën en damherten.
Het beheer van Staatsbosbeheer is gericht op natuurbehoud en recreatie. Het gebied is vrij toegankelijk op wegen en paden met uitzondering van het terrein van de Noordwijkse Golfclub. Wandelaars kunnen gebruik maken van een uitgebreid padenstelsel, waarin ook drie hoge duintoppen zijn opgenomen. In de broedtijd (15 maart – 15 augustus) moeten honden worden aangelijnd. Voor ruiters en mountainbikers zijn speciale paden aangelegd. Fietsers kunnen het gebied beleven vanaf de fietspaden door en langs het gebied.