De Tapuit komt terug!(?)  

 Van: Sam van der Meij
zaterdag 1 febr. 2020

Komt de Tapuit echt terug? Zowel in de Coepelduinen als in Berkheide zijn tapuiten gezien die territoriaal gedrag vertoonden, in één geval zelfs een paartje voor een konijnenhol. Je zou zeggen, dat geeft weer moed. Herman van Oosten, onderzoeker en schrijver van het “grote boek” (zoals hij het zelf noemt) “de Tapuit” gaf in het Jan Verwey Natuurcentrum een boeiende lezing over zijn onderzoek naar het waarom van de afname van de Tapuit in Nederland, maar ook daarbuiten.
De oorzaken zijn niet altijd duidelijk. De vos is wel duidelijk een gevaar; hij/zij graaft een hol, waarin de jongen luidruchtig bedelen, van bovenaf uit. Hij hoort ze door het zand heen en kan zo de plek waar hij moet graven precies bepalen. Ook hermelijn, wezel en Zwarte Kraai zijn predatoren van de Tapuit, evenals de Torenvalk.
Verder zijn ook de hoogte van de vegetatie, de aanwezigheid van insecten (die sterk in aantal lijken af te nemen), de recreatiedruk en de zware hoeven van grote grazers van invloed op het broedsucces. Insecten nemen af door pesticiden en in de strooisellaag komt dioxine voor, die daarin levende insecten vergiftigt. Sommige insecten, zoals de sprinkhaan, komen daar niet mee in aanraking.
In Noord Nederland zijn nog wel plekken waar de Tapuit tot broeden komt, vooral Ameland lijkt nog een flinke populatie te huisvesten. Herman van Oosten heeft vooral onderzoek gedaan in omgeving Castricum, het Vogelduin. Hij liet ons o.a. video-opnamen zien van Tapuit-ouders die prooien naar het nest brengen; heel belangrijk voor het onderzoek. De Tapuiten kwamen langs een videocameraval, zodat de prooien goed gedetermineerd konden worden. Op deze manier zijn in de duinen soorten aangetroffen, waarvan met niet wist dat die daar zaten; Zelfs een soort dat volgens de kenners alleen in Zuid Limburg voorkomt.
In Bretagne wordt succesvol geëxperimenteerd met broedkasten van zwaar eikenhout, die half ingegraven worden. Ook bij ons wordt dit geprobeerd.
De klimaatverandering eist ook zijn aandeel op; het wordt sneller warm in het voorjaar, waardoor insecten eerder uitkomen. Hierdoor gaat de Tapuit eerder broeden en ook broedt hij langer door, omdat het broedsucces afneemt. De vroege insecten zijn niet zo voedzaam, lijkt het. Ondanks de verlenging van het broedseizoen, neemt de Tapuit nog steeds af. Roodborsttapuit, graspieper en boomleeuwerik profiteren juist van de verlenging van de broedperiode; zij nemen in aantal toe of in ieder geval niet af.

Kortom; er valt nog heel veel te vertellen over onze iconische duinvogel. Dat kunt u lezen in Herman van Oostens boek de Tapuit.

Ongeveer 55 geïnteresseerden, ook uit omringende gemeenten en een concurrerende lezing in Katwijk, waren weer veel wijzer geworden over de Tapuit.

Sam